Dat liet Shell-topman Jeroen van der Veer donderdag weten in een toelichting
op de resultaten over het derde kwartaal.
De winning van olie uit zandgronden in de Canadese provincie Alberta is
een van de grote projecten waarmee Shell zijn productie van olie- en gas wil
opschroeven. Het huidige mijnbouwproject, waarin Shell een
meerderheidsbelang heeft van 60 procent, heeft een capaciteit van 155
duizend vaten olie per dag. Shell en zijn partners werken al aan een
expansie met zo’n honderdduizend vaten per dag.
Oorspronkelijk wilde Shell in 2009 een beslissing nemen over verdere
uitbreidingen, waarbij een verdubbeling van de productiecapaciteit tot de
mogelijkheden behoort. Maar deze beslissing is nu uitgesteld. "Het gaat
daarbij om miljarden dollars. We willen wachten tot het kostenplaatje er
gunstiger uitziet", gaf Van der Veer donderdag aan.
Door de daling van de olieprijs in de afgelopen maanden, van 145 dollar
per vat in juli tot zo’n 65 dollar per vat in oktober, is het de vraag of
relatief dure winningsprojecten zoals de teerzanden nog rendabel zijn.
Shell let bij investeringsbeslissingen naar eigen zeggen niet alleen op de
olieprijs. "We kijken naar het totaal van factoren, dus ook naar
arbeids- en materiaalkosten", aldus Van der Veer.
De topman, die medio volgend jaar opstapt, benadrukte dat Shell zijn planning
voor nieuwe projecten baseert op zeer lange-termijnscenario's. "Daarbij
houden wij rekening met zowel hoge als lage olieprijzen."
Financieel bestuurder Peter Voser, die medio volgend jaar de hoogste post van
Van der Veer overneemt, stipte aan dat het gros van de expansieprojecten die
Shell in de afgelopen jaren goedkeurde, aantrekkelijke rendementen heeft bij
olieprijzen van 50 tot 70 dollar.
"Korte-termijnontwikkelingen van de olieprijs betrek je bij het sturen
van de kasstromen, waarvoor we een planning maken van drie tot vijf jaar",
gaf Voser aan.
Volgens de bestuursvoorzitter in spe is Shell goed gepositioneerd om
zich staande te houden in de kredietcrisis. "Over onze schuldpositie
ben ik zeer tevreden. We zijn ook dit kwartaal weer in staat geweest om het
dividend voor aandeelhouders te verhogen."
Wel gaf Voser aan dat de verkoop van minder renderende onderdelen vertraging
kan oplopen, doordat kopers minder middelen hebben. In de eerste negen
maanden van dit jaar heeft Shell voor zo'n vijf miljard dollar aan
bedrijfsonderdelen verkocht. "Het tempo van de verkopen kan vertragen
doordat er minder kopers op de markt zijn. Maar we hebben geen haast",
stelde de financiële topman.
De grote nieuwe projecten van Shell, moeten het productieverval bij oude olie-
en gasvelden tegengaan. Dat verval komt volgens Voser uit op een percentage
van 4 tot 5 procent per jaar, als je incidentele factoren buiten beschouwing
laat. Nieuwe projecten, onder meer in Qatar en het Russische Sachalin,
bieden volgens Voser voldoende compensatie om vast te houden aan de
groeiprognose voor Shell's olie- en gasproductie van 2 tot 3 procent voor
het komende decennium.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl